Anton Heyboer wordt op 9 februari 1924 op het Indonesische eiland Java geboren. In zijn leven is Heyboer letterlijk gek verklaard, levend als zonderling zonder contact met de wereld om zich heen. Levend in een eigen kosmos, voorzien van niet meer dan de elementaire levensbehoeften voor hem en zijn gezin. De spot drijvend met het elitaire kunstcircuit, maar hoog aangeschreven bij toonaangevende musea waar ook ter wereld.
In 1943 wordt Heyboer opgepakt door de Duitse bezetters en in kamp Prenz Lauerber te werk gesteld. Hij schreef hierover ooit, “Het concentratiekamp was niet slechter dan het ouderlijk huis en de maatschappij is voor mij niet slechter dan beide; te oncreatief”. Van jongs af aan is er bij Heyboer al de drang om non-conformistisch te leven. Na de oorlog vestigt Heyboer zich in Borger. Hier begint hij, nog in traditionele stijl, met tekenen. Hij ontmoet in 1948 de schilder Jan Kagie waarmee hij al tekenend en schilderend enkele maanden door Frankrijk zwerft.
In 1951 wordt Heyboer vrijwillig een tijd lang opgenomen in het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort, om bescherming te vinden tegen het normale in de maatschappij dat hem niet toestond het proces van zelfwording te ondergaan.
Anton Heyboer ontwikkelt in de jaren na zijn opname zijn ‘systeem’. Dit systeem is zijn antwoord om langs te leven, zich maatschappelijk te handhaven en erkenning als kunstenaar te verwerven. Zo kan hij zijn positie als verschoppeling en uitschot, die tot zijn isolement had gevoerd, ongedaan te maken. Het systeem is zijn kunstwerk, dat is zijn teken. Het systeem is in al zijn werken het uitgangspunt onder het motto: “de creatie is het enige levende dat eeuwig is”. Het is de opstanding. Het is zijn systeem dat hem leidt naar zijn bruiden. “Laten we onze eigen speeltuin bouwen waar verder niemand meer zal komen, waar we geen mensen meer hoeven te zien”.
Op zijn boerderij, vergezeld van zijn 4 bruiden, is Heyboer constant op zoek naar de uitdaging in zijn werk. Het werk van Heyboer wordt beheerst door beeltenissen van wulpse vrouwen met overdreven rondingen, zijn boot (de YM 348) waar hij in 1951 enige tijd op heeft gewoond, zijn leven op zijn boerderij en figuren uit de bijbel vermengd met beeltenissen die doen denken aan prehistorische grottekeningen.
Bij de creatie van zijn kunstwerken gebruikt Heyboer verschillende disciplines. Beroemd zijn zijn etsen, maar ook zijn zijn krijttekeningen en tekeningen vervaardigd met houtskool, oliekrijt, verf, klei, ijzermenie en teer alsmede verf op papier en linnen geliefde kunstwerken die in menig collectie zijn opgenomen.
“Ik heb gezocht naar een vorm, waarin het leven kunst wordt, waarin het vol spanning komt en waar het moeilijk wordt; waar geen oplossingen zijn en dus altijd een labiel evenwicht is. Er is in kunstwerken ook niet een direct statisch evenwicht, dat is geen schoonheid. Zo krijg je ook met een man en vier vrouwen een labiel evenwicht, waarin dezelfde schoonheid heerst als in een kunstwerk”.
Zijn zienswijze maakt Heyboer inmiddels tot een internationaal erkend kunstenaar, wiens werken over de hele wereld in musea hangen. Koningin Beatrix, die ooit zelf een expositie samenstelde met werken van Heyboer, beloond hem in 2002 met een Ridderorde. In eenzame opsluiting, afgesloten van de buitenwereld, heeft hij de mensen bereikt met zijn werk en levenswijze.
—
Anton Heyboer was born on February 9, 1924, on the Indonesian island of Java. Throughout his life, Heyboer was literally declared insane, living as a recluse without contact with the world around him. He existed in his own cosmos, equipped with little more than the basic necessities for himself and his family. He mocked the elite art circuit but was highly regarded by leading museums worldwide.
In 1943, Heyboer was arrested by the German occupiers and was forced to work in the Prenz Lauerber camp. He once wrote about this experience, “The concentration camp was no worse than my parental home, and society is no worse than either; too uncreative.” From a young age, Heyboer felt a strong urge to live non-conformistically. After the war, he settled in Borger, where he began drawing in a traditional style. In 1948, he met the painter Jan Kagie, with whom he wandered through France for several months, sketching and painting.
In 1951, Heyboer voluntarily spent some time in the Provincial Hospital in Santpoort to find protection from the normal society that did not allow him to undergo the process of self-realization.
In the years following his stay, Anton Heyboer developed his “system.” This system was his answer to living on his own terms, maintaining his social existence, and gaining recognition as an artist. It allowed him to undo his position as an outcast, which had led to his isolation. The system became his artwork, his signature. It served as the foundation for all his works under the motto: “creation is the only living thing that is eternal.” It represented resurrection and was the system that led him to his brides. “Let’s build our own playground where no one else will come, where we no longer have to see people.”
On his farm, accompanied by his four brides, Heyboer constantly sought challenges in his work. His creations were dominated by images of voluptuous women with exaggerated curves, his boat (the YM 348), where he lived for a time in 1951, his life on the farm, and figures from the Bible mixed with imagery reminiscent of prehistoric cave paintings.
In creating his artworks, Heyboer employed various disciplines. He is famous for his etchings, but also for his chalk drawings and works made with charcoal, oil pastels, paint, clay, iron ore, and tar, as well as paint on paper and canvas—beloved pieces included in many collections.
“I have sought a form in which life becomes art, where it is full of tension and becomes difficult; where there are no solutions and therefore always a precarious balance. In works of art, there is also not a direct static balance; that is not beauty. This way, you also get a precarious balance with a man and four women, in which the same beauty prevails as in a work of art.”
Heyboer’s perspective has made him an internationally recognized artist, with his works displayed in museums around the world. Queen Beatrix, who once curated an exhibition featuring Heyboer’s works, awarded him a knighthood in 2002. In solitary confinement, cut off from the outside world, he has reached people with his work and way of life.