Het werk van het talent Daniël Martin (1982) typeert zich door snelle en krachtige stroken afgewisseld met fijn geschilderde elementen. Geïnspireerd door de kunstenaars Kline en Pollock maakt hij gebruik van zijn hele lichaam om zijn penseelstreken op het doek te zetten. Door deze abstracte en expressionistische werkwijze schept hij ruimte voor de verfijnde details die zorgen voor een spannend contrast met zijn spontane schilderstijl.
Tot het recente oeuvre van Daniël Martin behoren nadrukkelijke portretten van geschonden gelaten, beelden met een verontrustende maar intrigerende uitstraling. Het lijkt alsof de portretten moedwillig beschadigd werden na eerst volledig geschilderd te zijn. Die bewust gecultiveerde spontaniteit in het schilderen is specifiek voor het werk van Martin. Een vergroeiing aan een boom, de imperfectie van de schoonheid, is een bron van inspiratie voor Daniël Martin. Een ratio aangetast door chaos. Die schending van het aangezicht is anoniem en gaat voorbij aan de identiteit en het karakter van het individu. Het maakt dat de gezichten oplossen, terugkeren of juist herrijzen in de chaos van de natuur. De toeschouwer wordt bij het werk van Daniël Martin bewust uit zijn ‘comfort zone’ gehaald door het sterke contrast van het hedendaagse schoonheidsideaal afgezet tegen de schijnbare trots en het zelfbewustzijn van de door hem geportretteerden.