Vincent Peters, geboren in 1969 te Bremen, zette zijn eerste schreden in de wereld van fotografie toen hij op zijn twintigste naar New York verhuisde en aan de slag ging als assistent fotograaf. In 1999 nam zijn carrière als fashionfotograaf onder de vleugels van het befaamde agentschap van Giovanni Testino een vogelvlucht.
Binnen een jaar schoot Vincent Peters wereldwijde campagnes voor prestigieuze merken en grote modehuizen zoals Yves Saint Laurent, Miu Miu, Dior, Louis Vuitton, Bottega Veneta, en Wolfgang Joop. Hij ontwikkelde een onmiskenbare stijl en zijn foto’s verschijnen in internationale magazines als Vogue, GQ, Numéro, Glamour en The Sunday Times. Vincent heeft inmiddels een indrukwekkend portfolio opgebouwd en veel van de groten der aarde vastgelegd in een stijl die het meest doet denken aan de esthetiek van Hollywood in de jaren 50. Hij vertrouwt in zijn werk volledig op de klassieke kunst van portretfotografie. Uitgekiende belichting en gebruik van analoge camera’s dragen bij aan de adembenemende filmische kwaliteit van zijn zwart-wit foto’s.
Veel iconische foto’s zijn ontstaan tijdens privémomenten die fotografen delen met hun modellen tijdens de shoots waarvoor ze oorspronkelijk waren geboekt. Dit geldt bijvoorbeeld voor het werk van Helmut Newton, een meester in visuele verleiding, maar ook zeker voor Vincent Peters. Ongeacht wie hij voor zijn camera heeft, Peters streeft altijd naar een ultieme vorm van authenticiteit, het beeld van een spontane en intense ontmoeting tussen fotograaf en model. “Het is niet zozeer het fysieke beeld dat telt, het gaat om de indruk die je bijblijft”. Beelden van beroemde 20e-eeuwse studiofotografen met hun grootformaat camera’s zoals George Hurrell echoën door in het werk van Vincent Peters.
“Ik ben een traditionalist”, zegt Peters. ”Ken je ‘Midnight in Paris ‘, de Woody Allen-film? Dat ben ik zeg maar. Ronddwalend in Parijs in de hoop iemand die 100 jaar geleden leefde tegen het lijf te lopen. Je ziet dat terug in mijn foto’s, een heimwee naar een wereld met meer korrel. Vandaag de dag is alles zo digitaal. Ik schiet alleen analoog. Digitale fotografie toont naar mijn mening geen waarheid. Het is als een afwasbaar oppervlak. Het biedt te veel controle, laat geen ruimte voor toeval en dat spontane beeld is precies het resultaat wat ik zoek.”
Vincent Peters vergelijkt de eenvoud en ingetogen kracht die kenmerkend is voor zijn zwart-wit composities met muziek. “Muziek wordt bepaald door de noten die je niet speelt. Door het beeld te ontdoen van alle randverschijnselen probeer ik te verleiden met een eenvoudige en tijdloze melodie die je altijd bijblijft, er is al genoeg herrie om ons heen.”
—
Vincent Peters, born in 1969 in Bremen, took his first steps into the world of photography when, at twenty, he moved to New York and began working as a photographer’s assistant. In 1999, his career as a fashion photographer took off under the guidance of the renowned Giovanni Testino agency.
Within a year, Vincent Peters was shooting global campaigns for prestigious brands and major fashion houses, including Yves Saint Laurent, Miu Miu, Dior, Louis Vuitton, Bottega Veneta, and Wolfgang Joop. He developed a distinct style, and his photos have appeared in international magazines like Vogue, GQ, Numéro, Glamour, and The Sunday Times. Vincent has built an impressive portfolio and captured many of the world’s most famous figures in a style reminiscent of Hollywood’s 1950s aesthetic. His work relies entirely on the classical art of portrait photography, with carefully crafted lighting and the use of analog cameras contributing to the breathtaking cinematic quality of his black-and-white images.
Many iconic photos come from private moments shared between photographers and their models during shoots originally booked for other purposes. This is true of masters of visual seduction like Helmut Newton and certainly of Vincent Peters. Regardless of who is in front of his camera, Peters always strives for an ultimate form of authenticity—a depiction of a spontaneous, intense encounter between photographer and model. “It’s not so much the physical image that counts, but the impression that stays with you.” The work of 20th-century studio photographers, like George Hurrell with his large-format cameras, echoes through Peters’ images.
“I am a traditionalist,” says Peters. “Do you know Midnight in Paris, the Woody Allen film? That’s me—wandering around Paris, hoping to bump into someone who lived a hundred years ago. You can see that in my photos: a nostalgia for a world with more grain. Nowadays, everything is so digital. I only shoot analog. In my opinion, digital photography doesn’t convey truth; it’s like a washable surface. It offers too much control and leaves no room for chance, and that spontaneous image is precisely what I’m looking for.”
Vincent Peters compares the simplicity and understated power of his black-and-white compositions to music. “Music is defined by the notes you don’t play. By stripping the image of all distractions, I try to seduce with a simple and timeless melody that always stays with you. There’s already enough noise around us.”